Getuigenis van Sergeant William H. TUCKER, I Cie, 505th Parachute Infantry Regiment, 82nd Airborne Division, Stamnummer 11087454, de slag om de Ardennen, december 1944.
We laten Sgt Tucker zelf aan het woord:
Mijn eenheid is de I Compagnie van het 3de Bataljon, 505de PIR, 82ste Abn Div. Wij hebben acht officieren en ongeveer honderdveertig manschappen. Wij worden ingezet in de slag om de Ardennen, het callsign van de Cie is "OKITE". Wij waren spijtig genoeg niet op volle sterkte wan wij hadden een deficitair personeelsbestand van 15%. Dit was de toestand toen wij Rochelinval bezet hielden.
Wij hadden reeds in Sicilië, Italië, Normandië en Holland gevochten. In Sicilië en Italië hadden we praktisch geen verliezen gekend, maar in Normandië van Sainte-Mère-Eglise tot La-Haye-du-Puits, hadden we twee derden van onze effectieven verloren. Tijdens Market-Garden in Holland hebben we geen beduidende verliezen gekend, en ik mag dus gerust stellen dat 90% van onze effectieven, ten minste één oorlogservaring hadden gekend.
Ik was één van de drie "squad leaders" van het 2de peloton, en sinds de operatie in Sicilië was ik reeds aan de I Cie verbonden. Je zou dus kunnen stellen dat ik daar een veteraan was, toen wij dringend naar de Ardennen werden vervoerd, om de Duitsers te helpen tegenhouden, die op 16 december 1944 een offensief waren gestart tegen de geallieerde troepen in die sector. Onze sector was Trois-ponts, Rochelinval en Grand-Halleux, en later zou er ook nog Vielsalm bijkomen.
Op 21 december vielen elementen van het 1ste SS panzerregiment en de 9de SS panzerdivisie ons aan. Hevige gevechten braken los in de buurt van Trois-Ponts. Alhoewel wij licht bewapend waren, deden onze anti-tank wapens hun opdracht. Op een bepaald ogenblik, het liep tegen de avond, liep ik terug naar onze CP, (Command Post). De namiddag werd al vlug avond. Tijdens mijn tocht stopte ik om een .30 mitrailleursnest te controleren.
Op dat ogenblik hoorden wij het geratel van tanks, en roepende mannen. Panzerinfanterie van de SS, in zwarte uniformen, stormden op onze stellingen. Onze .30 opende het vuur tot op het ogenblik dat de geschutstoren van de tank zijn kanon richtte op onze mitrailleurspost. Ik had het zien aankomen en sprong in een nabij gelegen greppel. Maar de mensen die de mitrailleurspost bemanden werden zwaar gewond bij de impact van het tankprojectiel. Het ging om de soldaten Maglothin en Augustine. Wat mij woedend maakte was het feit dat ik niets voor hen had kunnen doen.
Na deze eerste schermutseling, lieten de Duitsers er geen gras over groeien. Ze reden in ijltempo naar de houten brug over de Salm. Maar wij waren erin gelukt om deze brug te doen springen, samen met een Duitse halftrack. De vuurgevechten waren intens en onophoudelijk. De Duitsers probeerden om zwakken punten in onze verdediging te vinden, maar de verdediging aan de Salm was goed en degelijk opgeboud.
Onze mortieren bestookten de Duitsers onophoudelijk. Wij hadden een goed overzicht van de Duitsers en ons gericht vuur trof duidelijk doel. De beschieting van de Duitse tanks in de bossen wierp zijn resultaten af, en munite hadden we genoeg zodat we het nog een ganse tijd konden uithouden. Toen kregen we bevel het vuur te stoppen. En die nacht werd er enkel sporadisch gevuurd. Maar toch moet onze verdediging tamelijk "dun" geweest zijn, want onze CO, Kolonel William Ekman gaf opdracht om het HQ personeel, waaronder magazijniers, koks en klerken in een "combat group" te verenigen, en in te zetten in de verdedigingsperimeter.
Maar naarmate we op kerstmis afstevenden waren we al vier dagen verbeten aan het verdedigen en kregen de Duitsers geen enkele mogelijkheid om door onze stellingen te breken. Later zouden onze stellingen het toneel worden van een beslissende slag tussen onze Compagnie, het 551ste Parachute Infantry Battalion en de Duitsers.
In de late voormiddag van 24 december 1944, kregen wij het bevel om ons terug te trekken naar Basse-Bodeux. Montgomery had namelijk bevel gegeven om alle eenheden van de 82nd Abn Div terug te trekken, om alzo het front "op te kuisen". Ridgway en Gavin hadden hiertegen heftig geprotesteerd, maar het mocht niet baten.
Toen een mooie kerstmisochtend zich aankondigde op de besneuwde heuvels van de Ardennen, keken wij terug naar de dagen dat wij alles hadden gegeven om onze posities te verdedigen. Wel, we zouden dan wel enkele dagen hebben om uit te rusten voor we opnieuw de grond gingen veroveren die we zo hard hadden verdedigd, maar die we nooit zouden opgegeven hebben. De laatste bloedige slag zou plaatsvinden op 7 januari 1945, op de heuvels rond Rochelinval.
|